Wat is T.38?
T.38 is een protocol dat beschrijft hoe een fax via een computernetwerk moet worden verzonden. T.38 is nodig omdat faxgegevens niet op dezelfde manier als een telefoongesprek over een computernetwerk kunnen worden verzonden. Lees ons artikel Hoe werkt faxen in een VoIP-omgeving? voor meer informatie. In essentie wordt met T.38 een fax omgezet naar een afbeelding, die naar een ander T.38-faxapparaat wordt gestuurd en daarna weer wordt omgezet naar een analoog faxsignaal. Tegenwoordig bieden de meeste VoIP-gateways en ATA’s betrouwbare ondersteuning voor T.38.
T.38 is beschreven in RFC 3362 en definieert hoe een een apparaat de faxgegevens moet overbrengen. In bovenstaande afbeelding moeten zowel de gateway als het faxapparaat achter de gateway T.38 ondersteunen. Voor het G3-faxapparaat op een analoge lijn is dit proces transparant. Het analoge faxapparaat hoeft geen T.38 te kennen.
3CX omvat een geavanceerde T.38-faxserver waarmee u overal in het netwerk faxen kunt verzenden en ontvangen. De faxen worden geconverteerd naar PDF en kunnen per e-mail worden doorgestuurd.
Wanneer wordt T.38 gebruikt?
Een T.38-faxgesprek kan gedeeltelijk over PSTN (Public Switched Telephone Network, het wereldwijd gebruikte telefoonnetwerk) worden verzonden, hoewel dit geen vereiste is volgens de T.38-definitie. Twee T.38-apparaten kunnen rechtstreeks faxen naar elkaar versturen zonder gebruik van PSTN. Dit specifieke type apparaat wordt een Internet-Aware Fax (IAF) genoemd, een faxapparaat dat faxsignalen en gegevens als IFP-pakket (Internet Fax Protocol) over het IP-netwerk kan verzenden. T.38 kan worden gebruikt in combinatie met zowel TCP als UDP voor de verzending van T.38-pakketten, al maken de meeste implementaties gebruik van UDP. Dit omdat TCP-pakketten moeten worden bevestigd, waardoor er pakketverlies kan ontstaan als pakketten opnieuw moeten worden verzonden. T.38 compenseert voor pakketverlies bij gebruik van UDP door het gebruik van redundante datapakketten.
T.38 wordt veel gebruikt in situaties met een fax-relay. In dit geval stuurt een T.30-faxapparaat een fax via PSTN naar een T.38-faxgateway, die het T.30-protocol omzet of verpakt in een T.38-datastream. Deze datastream wordt vervolgens verzonden naar een T.38-bestemming, zoals een faxapparaat, een faxserver of een T.38-gateway die de stream weer kan omzetten in analoge PSTN PCM-signalen en de fax kan afleveren op een T.30-apparaat.
Bij gebruik van de 3CX-faxserver verzendt het verbonden faxapparaat of de faxsoftware ontvangen faxen naar 3CX voor levering via e-mail als PDF-document.
